
De Quiltsters van Gee’s Bend
Quilts vertellen hun eigen verhaal. Dat doen ze met de patronen die erin verwerkt zijn, met de materialen waarvan ze zijn gemaakt en met de tradities waaruit ze voortkomen.
De vrouwen van Gee’s Bend maken al twee eeuwen quilts, helemaal op hun eigen manier, in een stijl die zó kenmerkend is dat iedereen die iets van quilts weet en er eentje ziet, ze daarna meteen herkent als een Gee’s Bend quilt. De ontwerpen zijn uitdagend en modern, abstract en geometrisch, gecombineerd met patronen uit Afro-Amerikaanse tradities.
Als patchworker en antropoloog hou ik van mooie quiltgeschiedenissen. Het verhaal van de Gee’s Benders is echt een pareltje.
In de staat Alabama ligt het dorp Boykin. Het dorp is aan drie kanten omringd door de Alabama-rivier en men leeft daarom geïsoleerd. Het dorp staat bekend onder de naam Gee’s Bend, de bocht van Gee dus. Gee is de achternaam van een slavenhouder en eigenaar van een katoenplantage. Het dorp ligt nier ver van Selma, de stad van de beroemde marsen uit de tijd van de burgerrechtenbeweging en Martin Luther King.

Voor de Gee’s Benders hadden quilts een heel praktische oorsprong: je kon jezelf er warm mee houden. De wanden van de tochtige houten hutten waarin ze woonden werden ermee bekleed. Ze werden op de vloer gelegd. Op de bedden lagen quilts als dekens.
De quilts werden gemaakt van resten stof en van versleten kleding, schorten, jurken, overalls en zakken maismeel. Vrouwen werkten overdag op de katoenvelden en ’s avonds zaten ze bij elkaar in één hut te handwerken. Met koude handen naaien gaat écht niet en als ze bij elkaar zaten hoefden ze ‘s avond maar één hut te verwarmen. De jongste kinderen scharrelden ertussendoor en assisteerden door garen in naalden te rijgen. Vanaf hun tiende kregen kinderen hun eigen vingerhoed en naald.
De stijl van de quilts was speciaal en ‘eigen’ omdat ze geen linialen en rechte lijnen gebruikten. De ontwerpen zijn geïmproviseerd. In interviews met maaksters lees ik verhalen van vrouwen die overdag tijdens het zware eentonige werk op het land al aan het fantaseren waren over wat ze die avond zouden gaan maken. Zo hebben ze decennia lang hun quilts gemaakt. Door hun geïsoleerde bestaan kwamen ze niet in aanraking met andere quiltstijlen. Na afschaffing van de slavernij in 1865 blijft het leven in Gee’s Bend moeilijk. Dan komen er allerlei ontwikkelingen die groot verschil gaan maken:
Tijdens de Grote Depressie van 1935 komt president Franklin D. Roosevelt met The New Deal, een hulpprogramma voor boeren. Een journalist schrijft over de deplorabele toestand in Gee’s Bend. Op foto’s bij het artikel zie je vrouwen samen quilts maken en dat trekt landelijk aandacht. De overheid koopt de oude plantage op, verdeelt het land in stukjes, en bouwt Roosevelt Cabins. Er komen overheidsleningen waarmee bewoners vee kopen, een coöperatieve winkel opzetten, een school en een medische post.
In december 1965 komt mensenrechtenactivist Father Walter naar het dorp. Hij ziet overal quilts aan de waslijn hangen. Eén dag in het jaar hangt men alle quilts buiten om te luchten. Quilts hangen aan waslijnen en over hekken. Nog steeds is er in Amerika een speciale dag die ‘The Airing of the Quilts’ heet. Deze Father Walter komt toevallig precies op die dag in het dorp. “Het was of ik in een museum liep!” Spontaan koopt hij quilts op en neemt ze mee naar New York, en hij laat de quilts veilen. De opbrengst gaat naar de Gee’s Bend gemeenschap.
Walter komt met het idee voor een naaicoöperatie. De Freedom Quilting Bee wordt opgericht. Nu kunnen de vrouwen overdag quilts maken en niet pas na 10 uur werken op het land. Ze verdienen hun eigen geld met het verkopen van quilts. Het zijn de eerste vrouwen met een onderneming in het dorp, in de tijd van de Civil Rights Movement. Diverse vrouwen uit Gee’s Bend liepen ook mee met de beroemde mars van Selma naar Montgomery.

De veiling van deze quilts in New York baart opzien in de kunstwereld. De quilts doen denken aan schilderijen van Paul Klee. Kunstenares Lee Krasner reist in 1967 naar het dorp om meer quilts te bestellen. De Freedom Quilting Bee maakt unieke quilts. Een zakenman denkt dat het slimmer kan en regelt contracten met Bloomingdale’s en Sears in New York. De sjieke warenhuizen versturen stof naar Alabama waarmee ze aan de slag gaan.
Dat contract leek zo’n mooie kans maar al snel klaagt Bloomingdale’s. Niet alle dekens zijn identiek, wat blijkbaar de bedoeling was. Quilts worden zelfs teruggestuurd naar Alabama ter correctie. Met ‘productie draaien’ gaat de lol er al snel af. De vrouwen kunnen hun creativiteit er totaal niet in kwijt. Die creativiteit gingen ze dan maar stoppen in het maken van andere quilts met de resten stof van Bloomingdale’s. De samenwerking stopt. De Freedom Quilting Bee bestaat wel nog steeds. Tot op de dag van vandaag krijgt ze opdrachten voor unieke quilts.


De lol van het maken ligt vooral in het creatieve proces. Dat geldt voor de vrouwen van Gee’s Bend en dat geldt ook voor mij. Voor de meeste creatievelingen denk ik. Al makend vormt dat wat ik creëer zich onder mijn handen. Terwijl ik stukjes stof aan elkaar zet, bedenk ik al makend hoe ik verder ga. Het liefst géén vooropgezet plan, geen patroon. Lekker intuïtief.
Echte erkenning vanuit de kunstwereld komt als begin jaren 90 een Gee’s Bend quilt op de voorkant van een boek over Afro-Amerikaanse kunst komt.
Daarop volgt wéér een mooi kans voor de dorpelingen. Bill Arnett is verzamelaar van Afro-Amerikaanse kunst en muziek in het diepe Zuiden van de VS. Hij doet onderzoek naar de oorsprong van de blues, gospel, jazz en rock ’n roll en reist daarom door het Zuiden van de VS. Hij gaat op zoek naar de quilt van de voorkant van dat boek. Hij vindt de maakster. De vrouw weet helemaal niet dat haar quilt op het boek staat en is verrast. Ze moet goed zoeken in huis naar die ‘oude afgedankte quilt’, en uiteindelijk vindt ze hem in het kolenhok. De man betaalt en neemt hem mee. De vrouw is stuurt hem ook langs de buren. Hij gaat daarna nog diverse keren terug om oude quilts op te kopen.
In 2002 krijgt Bill Arnett het voor elkaar om de quilts te laten exposeren. Zeventig quilts van 42 maaksters hangen in het Museum of Fine Arts in Houston. De kunstwerken worden omarmd door het publiek. Kunstcritici schrijven er laaiend enthousiast over. De quilts worden erkend als kunstwerken. Er komt een ronde langs zes grote musea in heel Amerika en internationaal worden ze ook erkend. Er komt een catalogus met foto’s. Die catalogus is al snel uitverkocht en wordt meerdere keren herdrukt. Inmiddels is het een collectors item dat je alleen voor megabedragen nog kunt vinden op Amazon.

Er zijn nu allerlei boeken over de Gee’s Bend verschenen. Er zijn ansichtkaarten van gemaakt. En zelfs postzegels. Iedereen in de kunstwereld en in de quiltwereld in Amerika kent ze. En als jij eenmaal één Gee’s Bend quilt hebt gezien dan herken je ze daarna meteen. Dat komt vooral omdat er geen rechte lijn in te vinden is. De repen stof dansen en zingen je tegemoet.